Kansenongelijkheid op de woningmarkt

De vermogenskloof tussen huurders en woningeigenaren neemt structureel toe. Sinds 2013 is het vermogen van huiseigenaren aanzienlijk gegroeid, terwijl dat van huurders vrijwel onveranderd is gebleven (CBS, 2023).​

Relatief hoge woonlasten maken het voor huurders moeilijk om vermogen op te bouwen. Daarmee wordt de toegang tot de koopmarkt voor een grote groep huurders structureel beperkt. Woningeigenaren daarentegen profiteren van waardestijgingen en fiscale voordelen. De afgelopen jaren hebben deze voordelen in de praktijk ruimschoots opgewogen tegen de risico’s van waardedalingen.​

De kloof in vermogen tussen huurders en huiseigenaren neemt exponentieel toe

De netto woonquote voor huurders ligt significant hoger dan voor woningeigenaren

Daarnaast hebben huurders vaak relatief hogere woonlasten dan eigenaren van een vergelijkbaar huis (Vereniging Eigen Huis, 2021). Dit leidt tot een hogere woonquote en minder bestedingsruimte voor scholing, sport of cultuur. Op langere termijn kan dit verschil niet alleen de vermogenskloof vergroten, maar ook bijdragen aan een bredere sociale kloof (SCP, 2021).​

Voor gemeenten betekent dit dat een groeiende groep inwoners geen perspectief heeft op eigendom en daarmee op vermogensopbouw. Welvoort wil gemeenten helpen deze groeiende kansenongelijkheid tegen te gaan met het huur-met-koopoptie-model.